Na het succes van ‘De Tolk van Java’ en ‘Lichter dan ik’ buigen de makers zich opnieuw over de onderbelichte kant van de Nederlandse koloniale bezetting van Indonesië. Met haar in die tijd scandaleuze romans ‘Rubber’ (1931) en ‘Koelie’ (1932) was Madelon Székely-Lulofs haar tijd ver vooruit. Ze vormen de basis voor Gelukzoekers op Sumatra, dat gaat over een te vaak geromantiseerd verleden. In werkelijkheid laat deze tijd van ongelijkheid, repressie en verstikkende beloftes van rijkdom tot op de dag van vandaag een besmeurd spoor na.
Gebaseerd op roman van Madelon Székely-Lulofs
Over de onderbelichte donkere kant van onze koloniale bezetting van Indonesië
Terwijl in Europa de roaring twenties hoogtij vieren, komt een jong echtpaar zijn geluk beproeven op een plantage in Sumatra. Ook Roeki en Karminah komen er werken, gelokt door mooie beloftes, die al snel een systeem van contractarbeid, uitbuiting en onderdrukking blijken te zijn. Terwijl het oerwoud wordt vernietigd – het begin van de grootschalige ontbossing die nog altijd gaande is – gaan de rubberprijzen aanvankelijk skyhigh en feesten de bewoners erop los. Totdat de markt instort, het verval van de plantage onherroepelijk volgt en iedereen bedrogen uitkomt.