Het Stadhuis van Dordrecht was eerst een markthal. Het is in 1383 gebouwd voor Vlaamse kooplieden die er lakense stoffen verhandelden. In 1544 namen de bestuurders van de stad hun intrek in het gebouw en werd het stadhuis. Het plein vóór het stadhuis is aangelegd in 1679. Het gebouw raakte zijn middeleeuwse gevel kwijt bij een grote verbouwing in de 19e eeuw. Toen kreeg het Stadhuis zijn huidige gevel en trap met leeuwen.
In het hele Stadhuis zijn schilderijen en voorwerpen te zien, die iets met de stad en haar geschiedenis te maken hebben. In de hal of Burgerzaal staat een grote eikenhouten schouw met links en rechts schilderijen. Er staat een borstbeeld van Johan de Witt. Ook is hier het Joods Monument te vinden met daarop de namen van 221 Joodse Dordtenaren die tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen.
In de Kennedyzaal, vergaderden vroeger de bestuurders van de stad, nu is het een trouwzaal. De wandschilderingen zijn van Reinier Kennedy. Ze laten belangrijke periodes uit de Dordtse geschiedenis zien. Ook de Jachtkamer is in gebruik als (kleine) trouwzaal.
In de Raadzaal is nog te zien hoe het balkenplafond en het metselwerk er in de middeleeuwen uitzagen. In de 17e eeuw was de stadsgevangenis in het stadhuis gevestigd. Op de zolder kun je de cellen bekijken waarin de gevangenen zaten. Het grootste deel van de zolderbalken komt uit 1383. Uit die tijd komen ook de kruisgewelven in de kelder.