Het oudst bekende eigendomsbewijs van Park Merwestein is gedateerd op 27 november 1610. Het betreft een gedeelte van het huidige park. Vroegere eigenaren hebben dit gebied aanzienlijk uitgebreid door aankoop van aangrenzende percelen. Begin negentiende eeuw heette dit particuliere landgoed Dijken Veldzigt. In 1829 is de naam veranderd in Wei- en Veldzigt en in 1851 staat het bekend als Veld- en Dijkzigt, wanneer Otto Boudewijn t Hooft van Benthuizen, reeds eigenaar van een gedeelte ervan, de overige gronden van zijn zuster koopt. t Hooft laat op zijn terrein een chalet-achtige villa bouwen, een koetshuis, een tuinmanswoning en nog enkele opstallen. Hij geeft zijn landgoed een nieuwe naam: de buitenplaats Merwestein. De villa is tijdens het bombardement van 24 oktober 1944 verloren gegaan. Het Koetshuis, later Melkhuis geheten, is in 1948 door de gemeente om economische redenen gesloopt. Alleen de tuinmanswoning (nu parkwachterwoning), gelegen bij de Groenedijkingang, bestaat nog. Eind negentiende eeuw (1883) verenigt zich een aantal Dordtse burgers in het Comite tot Stichting van een Park in Dordrecht. Aanvankelijk poogt men de Karremansweide, het huidige Oranjepark, tot wandelpark te bestemmen, maar het Dordtse gemeentebestuur weigert mee te werken aan de uitvoering van dit plan. Al snel daarna (1884) doet zich een unieke gelegenheid voor. De eigenaresse van het landgoed Merwestein is bereid tot verkoop voor een bedrag van 86.000 gulden. Dat bedrag wordt in korte tijd door Dordtse burgers bijeengebracht. Het comite, dat niet van plan was zelf een park te exploiteren, onderhandelde vervolgens met de gemeente. Voorgesteld werd dat de gemeente het landgoed zou onderhouden en openstellen voor het publiek als wandelpark. Hiervoor waren wel enkele aanpassingen nodig en werd aan de gemeente een aantal voorwaarden gesteld. De gemeente aanvaardde de voorwaarden waardoor sedert 1885 het landgoed Merwestein is veranderd in een openbaar wandelpark, genaamd Park Merwestein, en dit alles dankzij de goedgeefsheid van de Dordtse burgerij. Tot de dag van vandaag is het een openbaar wandelpark, met als treurig intermezzo de sluiting tijdens de Tweede Wereldoorlog door oorlogsgeweld en plunderingen. In 1947 gingen de hekken weer open voor het publiek.